Wist je dat het risico op schouderdystocie (SD) bij een vaginale hoofdligging tot wel 20 keer groter is dan het risico op head entrapment (HE) bij een vaginale stuitbevalling?
Terwijl we schouderdystocie routinematig voorbereiden en behandelen, wordt een vaginale stuitbevalling vaak als te risicovol beschouwd om thuis of door vroedvrouwen zelfstandig te begeleiden.

Aan de andere kant accepteren we zonder twijfel dat bij een gebroken vliezenduur langer dan 24 uur het infectierisico ongeveer verdubbelt en dat daardoor inleiding vaak aanbevolen wordt — zelfs als dat betekent dat we zwangeren bijna direct naar het ziekenhuis sturen.

Dit contrast in risicoperceptie en praktijk roept vragen op: waarom zijn we zo huiverig voor stuitbevallingen, terwijl we bij andere, objectief lagere risico’s minder terughoudend zijn?

 

Hoe gaat het elders?

In veel landen is de vaginale stuitbevalling door goed opgeleide vroedvrouwen een volstrekt geaccepteerde en ondersteunde praktijk. Denk aan landen als Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Australië en Canada.

Nederland bijvoorbeeld, staat bekend om haar sterke eerstelijnsverloskunde, waar vroedvrouwen zelfstandig thuisbevallingen begeleiden — ook van stuitliggingen — mits strikte risicoselectie en goede afspraken met ziekenhuizen. De Nederlandse infrastructuur, met relatief korte afstanden en een uitgebreid netwerk van verloskundigen en gespecialiseerde ziekenhuizen, maakt deze aanpak haalbaar en veilig.

Duitsland heeft een groeiende beweging rondom fysiologische stuitbevallingen, met vroedvrouwen die opgeleid zijn voor deze complexe bevallingen en een systeem van spoedoverdracht als back-up.

In het Verenigd Koninkrijk adviseert NICE (National Institute for Health and Care Excellence) voorzichtigheid, maar erkent ook dat met goede selectie en expertise vaginale stuitbevallingen mogelijk zijn, vaak in een ziekenhuissetting begeleid door een multidisciplinair team.

Ook landen als Australië en Canada, waar de afstanden naar ziekenhuizen soms groot zijn, hebben protocollen ontwikkeld om stuitbevallingen veilig thuis of in lokale klinieken te begeleiden, dankzij een goede opleiding en samenwerking tussen vroedvrouwen en artsen.

 

Wat kunnen we leren voor België?

Hoewel België klein is, zijn er toch verschillen die meespelen:

  • Ligging en bereikbaarheid: België is dichtbevolkt en vrijwel overal ligt een ziekenhuis met operatiemogelijkheden binnen 30 minuten rijden, vergelijkbaar met Nederland en het VK. Dit maakt spoedoverdracht goed haalbaar.
  • Aantal artsen en vroedvrouwen: België heeft een hoge artsen-dichtheid, maar het aantal zelfstandig werkende vroedvrouwen en het vertrouwen in hun zelfstandigheid is lager dan in Nederland.
  • Opleidingen: In Nederland is de opleiding tot verloskundige sterk gericht op fysiologische geboorte, met ruime praktijkervaring in thuis- en stuitbevallingen. In België is de opleiding meer ziekenhuisgeoriënteerd, met minder focus op thuisbevalling en stuit.
  • Systeem en cultuur: De Belgische geboortezorg is meer ziekenhuisgericht en gynaecoloog-gedreven, wat invloed heeft op protocollen en de mate van autonomie voor vroedvrouwen.

Dit overzicht toont aan dat het, mits goede opleiding, risicoselectie en samenwerking, technisch en praktisch haalbaar is om in België ook thuis of in de eerste lijn stuitbevallingen te begeleiden. Het vraagt wel een mentaliteitsverandering en een beleidsmatige ondersteuning die nu nog ontbreekt.

 

Wat moet er veranderen?

Om thuisbevallingen bij stuitligging in België veilig en verantwoord mogelijk te maken, zijn er een aantal belangrijke stappen en veranderingen nodig:

1. Opleiding en expertise
Vroedvrouwen moeten een gespecialiseerde opleiding krijgen die zich richt op fysiologische stuitbevallingen, inclusief praktijkervaring en risicomanagement. Dit kan via een postgraduaat of gespecialiseerde bijscholing binnen en buiten België.

2. Risicoselectie en protocollen
Er moeten eenduidige, wetenschappelijk onderbouwde criteria en protocollen komen voor de selectie van vrouwen die thuis of in eerste lijn een stuitbevalling kunnen proberen. Dit vereist samenwerking tussen vroedvrouwen, gynaecologen en ziekenhuizen.

3. Samenwerking en back-up
Een sterk netwerk van samenwerking tussen vroedvrouwen en ziekenhuizen is cruciaal, met snelle overdrachtmogelijkheden bij complicaties. Dit netwerk moet transparant en laagdrempelig zijn.

4. Cultuur en vertrouwen
De cultuur binnen de geboortezorg moet evolueren naar meer vertrouwen in de fysiologische mogelijkheden van de vroedvrouw en de natuurlijke baring. Dit vraagt sensibilisering, educatie en het doorbreken van bestaande angsten en vooroordelen.

5. Beleidsmatige erkenning
Er is nood aan beleidsmatige steun en erkenning van thuisbevallingen bij stuitligging als een legitieme en veilige optie binnen de geboortezorg in België. Dit omvat ook verzekeringstechnische en juridische aspecten.

6. Informed consent en informatievoorziening
Vrouwen moeten volledig en evenwichtig geïnformeerd worden over de mogelijkheden en risico’s van vaginale stuitbevallingen, zodat zij een weloverwogen keuze kunnen maken.

Met deze veranderingen kunnen we in België evolueren naar een meer vrouwgerichte en evidence-based geboortezorg, waarin keuzevrijheid en veiligheid hand in hand gaan.

Het begint al met de transparantie die nu ontbreekt.

 

Transparantie en volledige voorlichting: een noodzaak

Momenteel worden vrouwen met een stuitligging vaak enkel voorgelicht over de mogelijkheid van een uitwendige versie en, bij falen daarvan, over een geplande keizersnede. Deze benadering schetst een beperkt en soms ook onvolledig beeld van hun opties.

Vrouwen verdienen het om transparant en volledig geïnformeerd te worden over alle mogelijkheden:

  • De kans, voordelen en risico’s van een uitwendige versie.
  • De mogelijkheid van een vaginale stuitbevalling — mits goede selectie en begeleiding.
  • Welke ziekenhuizen en artsen ervaring hebben met en openstaan voor een vaginale stuitbevalling.
  • Hoe de zorg eruitziet bij een vaginale stuitbevalling, inclusief de veiligheidsmaatregelen en back-up.

Deze openheid geeft vrouwen niet alleen een realistisch beeld van hun keuzes, maar respecteert ook hun autonomie en moedigt hen aan om weloverwogen beslissingen te nemen.

Het huidige gebrek aan transparantie creëert onnodige angst en sluit belangrijke opties te snel uit. Hierdoor voelen vrouwen zich vaak gedwongen om te kiezen voor een keizersnede, zonder dat ze volledig begrepen hebben wat een vaginale stuitbevalling kan inhouden.

Het is tijd voor een cultuurverandering waarin voorlichting en keuzevrijheid centraal staan — ondersteund door betrouwbare informatie en een helder overzicht van de zorgpartners die deze opties daadwerkelijk kunnen bieden.

 

Laat ons opnieuw leren vertrouwen

Het is tijd om een stuitligging niet langer automatisch te zien als een probleem dat moet worden opgelost, maar als een variatie binnen het normale — een uitnodiging tot afgestemde zorg, niet tot paniek of protocol.

Elke vrouw verdient het om geïnformeerd, gehoord en gedragen te worden, ook wanneer haar baby met het poepje naar beneden ligt. We mogen vrouwen niet de keuze ontnemen, louter omdat het systeem zelf onzeker is geworden. Want achter die keuze zit geen koppigheid, maar instinct, vertrouwen, voorbereiding en soms ook noodzaak.

Ik droom van een zorglandschap waarin vroedvrouwen opnieuw de vaardigheden krijgen én mogen inzetten om vrouwen in stuit ook thuis te begeleiden. Van samenwerking, in plaats van overname. Van nuance, in plaats van angst. En ja, daar is opleiding voor nodig, vertrouwen, tijd — maar vooral: de wil om het anders te doen.

Ik ben klaar om die beweging mee op gang te brengen. Voor de vrouwen die nu zwanger zijn. Voor de studenten vroedkunde die het anders willen. En voor de baby's die geboren mogen worden op een manier die past bij hun tempo, hun richting, hun unieke komst.

Ben jij een vroedvrouw, arts of moeder die hierover wil praten? Wil je ervaringen delen, expertise aanreiken, een samenwerking verkennen? Stuur me gerust een bericht (e-mail, socials, website). De beweging begint bij dialoog.

 

(juli 2025)
Evelyne Leysen
Doula en vroedvrouw in opleiding
www.moederkracht-doula.be
moederkracht@outlook.com
Instagram: @moederkracht_

 

Noot bij de cijfers uit de intro

De stelling dat het risico op schouderdystocie bij een vaginale hoofdligging tot wel 20 keer groter is dan het risico op head entrapment bij een vaginale stuitbevalling, is gebaseerd op beschikbare epidemiologische data.

Schouderdystocie komt voor bij ongeveer 1% van alle vaginale hoofdliggingbevallingen, terwijl head entrapment een zeldzame complicatie is die vooral voorkomt bij ongunstige stuitliggingen. Het absolute risico op head entrapment bij zorgvuldig geselecteerde vaginale stuitbevallingen is zeer laag.

Daarnaast is het belangrijk te beseffen dat de incidentie van complicaties afhangt van risicoselectie, ervaring van de begeleider en de context van de bevalling.

 Kans op schouderdystocie (bij hoofdligging):

  • Hoofdligging komt voor in ~96% van alle bevallingen
  • Schouderdystocie komt voor bij ~1% van hoofdliggingen
  • Totaalrisico per bevalling: ~0,96%

Kans op head entrapment (bij stuitligging):

  • Stuitligging bij ~3–4% van alle bevallingen
  • Head entrapment bij ~5% van vaginale stuitbevallingen (geschat)
  • Slechts ~30% van stuitliggingen bevalt vaginaal
  • Totaalrisico per bevalling:
    3,5% (stuit) × 30% (vaginaal) × 5% (head entrapment) = ~0,05%

De kans op schouderdystocie per bevalling (~0,96%) is ongeveer 20 keer groter dan de kans op head entrapment (~0,05%).

Deze cijfers zijn vooral ter illustratie. Ze geven weer wat de kans op SD of HE is bij een willekeurige zwangerschap.


Belangrijke Belgische bronnen

  • Casteels M. et al. (2021) – Implementation of a breech program in a Belgian obstetric team
    In Gent startte men tussen mei 2019 en aug 2021 een multidisciplinair stuitprogramma:
    • 86,5% voldeed aan criteria voor vaginale stuit
    • 77% koos ervoor
    • 54% eindigde in een succesvolle vaginale stuit, zonder toename in complicaties
  • Derisbourg S. et al. (2020) – Impact of implementation of a breech clinic in a tertiary hospital (Brussel)
    Een stuitkliniek in een universitair ziekenhuis verhoogde geplande vaginale stuit van 7,4% naar 53%, zonder negatieve effecten op neonatale uitkomsten
  • PREMODA-studie (Goffinet F. et al., 2006) – Observational prospective cohort in Frankrijk & België
    Geplande vaginale stuitbevallingen – mits strikte selectie – vertonen geen significant slechtere uitkomsten dan geplande sectio’s
  • Welffens K. et al. (2020) – “The ‘Cocoon’: first alongside midwifery-led unit in een Belgisch ziekenhuis”
    Deze casestudie toonde aan dat vroedvrouwgestuurde zorg ook in België veilige, kwalitatieve geboortezorg kan leveren in vergelijking met de standaard ziekenhuissetting

 

Bronnen

Goffinet, F. et al. (2006). Is planned vaginal delivery for breech presentation at term still an option? American Journal of Obstetrics and Gynecology, 194(1), 20–25.

Louwen, F. et al. (2017). Does breech delivery in an upright position have a lower risk of entrapment? Journal of Perinatal Medicine.

Royal College of Obstetricians and Gynaecologists (RCOG). (2017). Green-top Guideline No. 20b: Management of Breech Presentation.

ACOG Committee Opinion No. 745 (2018). Mode of term singleton breech delivery.

Hannah, M.E. et al. (2000). Planned caesarean section vs. planned vaginal birth for breech presentation. The Lancet, 356(9239), 1375–1383.